Bewegen bij heup- of knieartrose – ondanks pijn en andere klachten – helpt om extra beperkingen te voorkomen. Dit blijkt uit het proefschrift van dr. Jasmijn Holla. Holla onderzocht bij 1002 deelnemers aan CHECK, het grote langdurige onderzoek naar knie- en heupartrose in Nederland, het zogeheten vermijdingsmodel. Onder andere door pijn vermijden mensen met artrose beweging, waardoor de beperkingen bij dagelijkse activiteiten toenemen.
Het vermijdingsmodel dat Holla onderzocht, gaat ervan uit dat het vermijden van beweging leidt tot minder spierkracht, waardoor meer beperkingen in dagelijkse activiteiten ontstaan. Patiënten die eerder pijn hebben ervaren bij het bewegen, zijn geneigd om beweging te gaan vermijden. Mensen met artrose met die last hebben van een depressieve stemming of die beïnvloed worden door vermoeidheid hebben nog meer de neiging bewegen te vermijden. Zij ontwikkelen daardoor extra beperkingen in dagelijkse activiteiten zoals lopen, traplopen, opstaan en gaan zitten.
Beperkingen in dagelijkse activiteiten onderzocht
In haar proefschrift toont dr. Holla de juistheid van het vermijdingsmodel aan. 5 jaar lang bestudeerde Holla de beperkingen in dagelijkse activiteiten bij mensen met beginnende artrose in heup of knie. In Nederland hebben 1,1 miljoen mensen een vorm van artrose. De kwaliteit van het kraakbeen in gewrichten verslechtert of verdwijnt zelfs helemaal. Mensen met artrose hebben klachten als pijn en stijfheid in de gewrichten en ervaren problemen bij het bewegen.
Extra aandacht voor invloed vermoeidheid of depressieve stemming
Doordat Holla aantoont dat het vermijdingsmodel inderdaad klopt, bevestigt haar onderzoek dat voldoende lichaamsbeweging belangrijk is, ondanks pijn of de invloed van vermoeidheid of een depressieve stemming. Door de extra invloed die een gevoel van vermoeidheid of een depressieve stemming hebben op het vermijden van beweging, is er meer aandacht nodig voor deze factoren. Zo zijn er verschillende aanknopingspunten voor behandelingen die beperkingen door knie- en heupartrose kunnen helpen voorkomen.
Onderdeel van het CHECK-onderzoek
Holla’s onderzoek maakt deel uit van het CHECK-onderzoek (Cohort Heup En Cohort Knie). Dit landelijke onderzoek brengt de factoren in kaart die van invloed zijn op het ontstaan en het beloop van artrose. Met de nieuwe inzichten kan de behandeling van knie- en heupklachten door artrose worden verbeterd. Dr. Jasmijn Holla promoveerde op vrijdag 12 september aan de VU in Amsterdam op haar onderzoek.
Bron: KNGF